Katia Vermeire 55 jaar undifferentiated round cell sarcoma

Vakantie 

Begin 2019 was ik met mijn vrouw op vakantie. Op een ochtend stootte ik mijn voet hard en tegelijkertijd hoorde ik een verschrikkelijk krakend geluid en voelde hevige pijn in mijn rechterbovenarm. 
In het ziekenhuis werd een röntgenfoto gemaakt, volgens de dokter was mijn arm was gebroken op een oude cyste. 

Eenmaal thuis in Luxemburg kwam ik echter in een stroomversnelling terecht. Na verschillende onderzoeken bleek dat ik een kwaadaardige tumor had. Ik voelde me totaal gedesoriënteerd en besloot naar Brussel te gaan voor een second opinion. Maar de uitkomst was dezelfde, er zat een kankergezwel in mijn arm: een wekedelensarcoom. 

Afscheid 

De eerste chemokuur werd twee weken later gestart en er volgden er nog 5. Helaas met verschillende complicaties en bijwerkingen. Er werd van alles geprobeerd, maar niets hielp. Daarbij groeide de tumor erg snel. Amputatie was onvermijdelijk als ik wilde blijven leven en op 28 augustus 2019 nam ik afscheid van mijn arm. 

De operatie ging goed, maar wat een schok! De eerste dag na de operatie was het voor mij onmogelijk naar mijn rechterarm te kijken. Toen ik de volgende ochtend in de spiegel keek en mijn stomp aanraakte, kon ik niet stoppen met huilen. Het was zo onwerkelijk om een deel van mijn lichaam te missen. En ik voelde mijn rechterarm nog, en nu, ruim een jaar later nog steeds. 
 
Lang traject 

Ik verbleef 6 maanden in ziekenhuizen en revalidatiecentra, waar ik leerde hoe ik dagelijkse taken uit kon voeren. De eerste weken als eenhandige en linkshandige waren heel moeilijk. Je realiseert je dat veel dingen heel moeilijk of zelfs onmogelijk worden: je veters strikken, een horloge omdoen, een blik openen, typen op een toetsenbord. Het verlies van mijn arm dwong me om oplossingen te zoeken en inventief en creatief te zijn. Mijn kin en mijn knieën werden steeds behulpzamer. 

Ik kijk echt uit naar mijn prothese, omdat het me in staat zal stellen een aantal dagelijkse handelingen uit te voeren, ook al houd ik in gedachten dat het nooit mijn hand of arm zal vervangen. 

Geluk 

Lichamelijk knapte ik op, helaas hield de fantoompijn aan. Met hulp van een psycholoog heb ik de dingen weer op de rit gekregen. Ook begon ik weer met werken. Hoewel ik mijn oude functie niet langer kon bekleden, kon ik wel in hetzelfde team met mijn eigen collega’s verder. 

Tijdens mijn ziekte had ik het geluk een liefhebbende en zorgzame echtgenote aan mijn zijde te hebben. We zijn 5 dagen voor de amputatie zelfs getrouwd! 

Motto

Het was moeilijk mijn nieuwe zelfbeeld te accepteren – zowel lichamelijk als mentaal. Alle dingen die ik heb moeten doormaken veranderen je persoonlijkheid. Toen ik ziek was, kwam ik het volgende citaat tegen: “Als het leven je honderd redenen geeft om in te storten en te huilen, laat het leven dan zien dat je duizend redenen hebt om te lachen.” Dat is mijn nieuwe levensmotto.